Nederland heeft ongeveer 250.000 kilometer berm langs wegen, watergangen en spoorlijnen, wat neerkomt op zo’n 2% van het landoppervlak. Als we het hebben over landschapsherstel, valt hier met ecologisch bermbeheer ongelóóflijk veel winst te behalen. En gemeenten spelen als beheerders de sleutelrol.
Bermen zijn er voor onze veiligheid en vormen een buffer tussen infrastructuur en omliggend gebied. Het zijn belangrijke stroken groen, maar niet alleen vanwege die gebruiksfunctie. Al die bermen hebben een enorme ecologische potentie als leefgebied voor talloze plant- en diersoorten. Insecten zoals bijen, vlinders en kevers, maar ook vogels, kleine zoogdieren en amfibieën vinden er voedsel en schuilplaatsen. Je kijkt nooit meer hetzelfde naar het ‘onbeduidende’ strookje groen langs de weg als je weet welke potentie het heeft.

Wist je dat er een hele wereld aan beestjes en planten schuilgaat in de berm? Duik de berm eens in en lees dit artikel dat we eerder maakten over de verrassingen die je kunt vinden langs het pad.
Landschapsherstel
Gemeenten spelen een sleutelrol in het beheren van onze bermen, want de meeste liggen op gemeentegrond. Ecologisch bermbeheer wordt steeds vaker gezien als de meest laagdrempelige manier om biodiversiteit te stimuleren en robuuste ecosystemen te ondersteunen. Natuurlijk is de ene berm de andere niet. De berm langs wegen en paden binnen de bebouwde kom biedt andere mogelijkheden dan die langs snelwegen, watergangen of het spoor. Er zijn bermen die hoe je het ook wendt of keert weinig potentie hebben om meer te worden dan een gemaaid stukje gras. Maar in principe is er altijd méér mogelijk dan je misschien zou denken in deze vaak laatste toevluchtsoorden voor wilde planten en dieren in een door mensen gedomineerd landschap. Sterker nog, als bermen met elkaar verbonden worden en aansluiten op omliggend (openbaar) groen, kunnen ze een cruciale rol spelen bij landschapsherstel.
Ga versnippering tegen
Door het versterken van de connectie tussen bermen onderling en de aansluiting op omliggend groen, denk aan natuurgebieden, parken en agrarische landschappen, kunnen soorten gemakkelijker migreren en zich voortplanten. Dit betekent dat kleine, geïsoleerde populaties minder kwetsbaar worden voor genetische verarming en dat soorten beter kunnen inspelen op veranderingen, zoals de effecten van en veranderend klimaat. De aanleg van natuurlijke corridors en overgangen naar andere landschapselementen, zoals bloemrijke dijken, akkerranden en stadsparken, versterkt de rol van bermen als ecologische verbindingszones. Op dit moment zijn veel bermen nog versnipperde elementen in het landschap. Door gericht beheer kunnen deze stroken onderdeel worden van een robuust groen netwerk, waarbij de biodiversiteit en ecologische functie verder versterkt worden. Dit vraagt om een visie waarbij gemeenten en provincies samenwerken om bermen te benutten als groene corridors. In een tijd waarin de biodiversiteit onder druk staat door verstedelijking, landbouw en klimaatverandering, is ecologisch bermbeheer een effectieve manier om natuurherstel en -behoud te realiseren, zonder dat er extra ruimte nodig is.
In de praktijk
Ecologisch bermbeheer draait om het bevorderen van biodiversiteit en het minimaliseren van verstoring. Zo is het bijvoorbeeld beter om gefaseerd te maaien in plaats van alles in één keer. Insecten en andere kleine dieren kunnen dan hun levenscyclus voltooien. Volgens Peter Bulsing, schrijver van boeken en artikelen over Nederlandse natuur, zou minstens 50% van de vegetatie moeten blijven overstaan in de winter. Veel ongewervelden brengen namelijk hun hele leven, of een belangrijk deel ervan, door in de berm. Ongewervelden zijn de meest talrijke groep dieren op aarde en onmisbaar in de voedselketen – zonder hen stort deze in. Veel van deze wezens zijn niet mobiel of maar een heel klein beetje. Ze brengen het grootste deel van hun leven door op een heel klein stukje en zijn daar volledig afhankelijk van. Verkeerd maaien betekent voor hen een complete vernietiging. Een ander belangrijk punt is de timing van het maaien. Te vroeg maaien kan bloeiende planten vernietigen voordat ze zaad kunnen zetten, terwijl te laat maaien kan leiden tot verruiging en dominantie van enkele soorten zoals riet en braam. Het verschralen van de bodem speelt bij het bevorderen van meer bloemrijke vegetaties eveneens een belangrijke rol. Door maaisel af te voeren, wordt de bodem minder voedselrijk. Dit zorgt ervoor dat snelgroeiende grassen en brandnetels minder de kans krijgen en er ruimte ontstaat voor bloemen.
Extensief ≠ ecologisch
Het is de kunst om een balans te vinden tussen de meest ecologische aanpak en de meest werkbare situatie. Hoe er nu vaak nog te werk gegaan wordt -met een maai-zuigcombinatie in één gang alles kort- is bewezen funest voor het behoud van biodiversiteit. Zelfs als je extensief beheert, met minder maaibeurten, kun je nog niet spreken van ecologisch beheer. Ecologisch beheer vraagt om meer detailniveau. Zo kun je met andere maaimachines werken, het maaitijdstip beter afstemmen op de cycli van de natuur en in andere patronen maaien. Hoe kleiner bijvoorbeeld het materieel dat je inzet, des te nauwkeuriger je te werk kunt gaan. Zo kun je meer variatie aanbrengen en ontstaan meer kansen voor planten en dieren. Het detailniveau waarop je kunt werken, bepaalt voor een groot deel het resultaat. Door te kijken aan welke van deze knoppen je kunt draaien, geef je ecologisch maaibeleid vorm.
Inheems it is
Bermen worden vaak gedomineerd door pionierssoorten en planten die tegen een stootje kunnen. Grasachtige soorten zoals kropaar en rood zwenkgras zijn veelvoorkomend, net als bloeiende kruiden als klaprozen, margrieten, wilde peen en knoopkruid. Op ruigere plekken zijn vaak struiken als braam en vlier te vinden. Deze variatie in vegetatie trekt diverse insecten en andere dieren aan en draagt bij aan een gezonde ecologische structuur. Inheemse planen zijn cruciaal voor insecten. Door niet in te zaaien met standaard graszaadmengsels, maar de natuurlijke vegetatie haar gang te laten gaan, krijgen soorten als rode klaver, veldsalie en wilde peen meer kansen zich te vestigen. Daarnaast kan een afwisselende structuur in de berm bijdragen aan een hogere biodiversiteit. Dood hout, stenige plekken en zandige stukken bieden bijvoorbeeld schuilplaatsen voor kleine zoogdieren en nestgelegenheden voor zandbijen.

De paardenbloem is de onbezongen held van de inheemse flora. Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 130 verschillende soorten wilde bijen de paardenbloem bezoeken voor pollen en nectar. Daarmee is het de meest geliefde bijenplant in onze regionen.
Beschikbare data en beleid
Er zijn verschillende databanken waarin informatie over bermen en hun vegetatie wordt verzameld. Het Compendium voor de Leefomgeving (CLO) geeft inzicht in de vegetatieontwikkeling van bermen, terwijl de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) waarnemingen van planten en dieren registreert. Daarnaast houden provincies en gemeenten hun eigen registraties bij, waarin specifieke beheermaatregelen worden vastgelegd. Hoewel er algemene richtlijnen bestaan voor bermbeheer, hebben gemeenten veel vrijheid om dit naar eigen inzicht in te vullen. Sommige gemeenten passen al ecologisch maaibeheer toe, terwijl anderen nog vasthouden aan traditioneel maaibeheer. Dit onderstreept het belang van maatwerk, waarbij de lokale en organisatorische omstandigheden en specifieke ecosysteembehoeften leidend zijn.
Bermkansen
Wat die lokale omstandigheden betreft, komen we weer terug op wat aan het begin van dit artikel ook wordt genoemd: de ene berm is de andere niet. Door bermen op te delen in verschillende categorieën wordt het al makkelijker om gericht beheer toe te passen. Die categorieën kun je uiteraard zelf bepalen, afhankelijk van wat de huidige beheerstrategie in de gemeente is. Wij kijken vaak naar het bodemtype, de grootte (lengte en ook breedte) van een berm, al aanwezige beplanting en in hoeverre de berm is aan te sluiten op omliggend groen. Op basis daarvan kun je bepalen hoeveel ecologische potentie een berm heeft en welke beheermaatregelen daar dan bij passen. Wil je nog een stap verder, dan kun je werken met een natuurkansenkaart, of beter gezegd een bermkansenkaart. Daarop staan kansen voor het aanpassen van bestaand bermbeheer, het toevoegen van elementen in bermen of het omvormen van het beheertype.
Impact en landschapsherstel
Door bewust om te gaan met bermbeheer, kun je als gemeente bijdragen aan een robuuster ecosysteem en de biodiversiteit in Nederland versterken. Omdat bermen zo’n enorm oppervlak beslaan kunnen zelfs kleine aanpassingen al een groot verschil maken. De berm is dus geen onbeduidend ‘restgebiedje’ dat over is of net zo goed gebruikt kan worden voor een ander doeleind. Bermen zijn in potentie dé verbindende groene linten die samen als een fijnmazig netwerk al het groen in ons land verbinden en zo flora en fauna ondersteunen.
Wil je meer weten? Lees hier meer over ecologisch bermbeheer:
Bermbeheerplan ➜