Per 1 januari 2024 is het zover: dan wordt de nieuwe Omgevingswet ingevoerd. De Wet natuurbescherming wordt opgenomen in de nieuwe Omgevingswet. Wat betekent dit in de praktijk?
Alle wet- en regelgeving voor het beheer en de ontwikkeling van onze leefomgeving komt samen in één nieuwe wet. Het gaat om tientallen wetten en honderden regels op het gebied van water, lucht, bodem, natuur, infrastructuur, gebouwen en cultureel erfgoed. Het toetsen van de aanvragen ligt vanaf 1 januari niet meer bij provincies, maar bij gemeentes.
Belangrijke verschillen
Vanaf 1 januari kunnen bij de start van projecten in de openbare ruimte alle stukken in één keer ingediend worden. De gemeente zorgt in de meeste gevallen voor de afhandeling, waarbij de beslistermijn korter wordt. Waar nu nog een ontheffing van de Wet natuurbescherming wordt verleend, wordt vanaf 1 januari een omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteiten verstrekt. Dit is vooral op juridisch vlak een verschil, door de veranderde structuur van de wet. Door de decentralisatie ontstaat meer ruimte om in te spelen op unieke, plaatsgebonden situaties. Nog een belangrijke verandering: onder de nieuwe Omgevingswet krijgen alle soorten op de Rode Lijst een beschermde status.
De rol van onze ecologen blijft gelijk
De nieuwe Omgevingswet moet een degelijke, wettelijke basis bieden, maar ook ruimte om op detailniveau in te spelen op lokale verschillen en voortschrijdend inzicht. Mede daarom is de overgang naar de nieuwe wet voor veel partijen een spannende transitie. Hoe de verdere ontwikkelingen rondom de nieuwe Omgevingswet eruit gaan zien, moet de komende tijd blijken. Toch blijft de rol van onze ecologen praktisch gelijk. Onze ecologen zijn en blijven een vast aanspreekpunt voor het borgen van de bescherming van flora en fauna binnen ruimtelijke ontwikkelingsprojecten. We blijven immers samen zorgdragen voor onze natuur en leefomgeving.